Jenaplan

In de Jenaplanfilosofie draait alles om relaties. De relatie van het kind met zichzelf, de relatie van het kind met de ander en het andere, en de relatie van het kind met de wereld.
De Jenaplanfilosofie hebben wij op onze school vertaald in tien uitgangspunten:
- Ieder kind is uniek.
- We ervaren de verschillen tussen de kinderen als rijkdom. Ieder kind mag er zijn en wordt serieus genomen.
- We zijn op zoek naar talenten van kinderen en stimuleren de ontwikkeling ervan.
- Onze school heeft vertrouwen in haar kinderen. Ze worden voortdurend uitgedaagd een volgende stap te zetten.
- Wij gaan uit van de natuurlijke behoefte van kinderen om te willen leren, samen te willen zijn en van de creatieve wijze waarop kinderen spel tot hun eigen leermoment maken.
- De school is huiselijk ingericht en de sfeer is warm. In de stamgroepen (klassen met kinderen van verschillende leeftijden) werken kinderen in tafelgroepjes.
- Kinderen leren de kernvakken (lezen, schrijven, rekenen en taal) toepassen tijdens o.a. wereldoriëntatie. Zo wordt het onderwijs betekenisvol.
- De stamgroepleiders begeleiden het leerproces, waarin kinderen ondernemend aan het werk zijn. Ze observeren, stimuleren en zorgen voor structuur en een veilige sfeer.
- We nodigen ouders uit bij het onderwijs betrokken te zijn door als stamgroepouder aan de slag te gaan of deel te nemen in ouderwerkgroepen (spanten) die onder andere zorg dragen voor de bibliotheek, de tuin, goede doelenacties, feesten en klussen.
- We vragen ouders mee te denken over opvoeding en onderwijs.